Na het oprichtingsjaar 1612 - Gilde Sint Anthonius en Sint Barbara

Ga naar de inhoud

Wapenfeiten van het gilde van na 1612 zijn in feite niet bekend. Voor zover het een rol heeft gehad, was die na 1648, na de vrede van Munster, wel uitgespeeld. Brabant raakte zijn stem kwijt in het kapittel der Staten Generaal der Republiek. Katholieken konden formeel geen openbaar ambt meer uitvoeren, priesters werden verdreven en kloosters gesloten. Ook het gilde werd beperkt in zijn doen en laten. Zo moest het papegaai schieten worden afgeschaft. Niet-katholieken moesten in het gilde worden opgenomen. Van alle vanen en vendels moest het Sint-Andreaskruis (diagonaal kruis) worden verwijderd en ook de afbeeldingen van heiligen op vanen moesten verdwijnen. Maar de gilden trokken zich hier weinig van aan, ondanks het verbod gingen de “paepse stoutigheden” door.

De gilden zetten de oude tradities voort, in de 136 jaar na 1612 werd 18 maal koning geschoten, zo blijkt uit het zilver. Evert van der Kamme werd in die tijd zelfs keizer.
In de Franse tijd, na 1794, leidde de vrees om ingelijfd te worden bij de Nationale Garde -de gildebroeders waren immers bedreven in het hanteren van een snaphaan (geweer)- ertoe dat veel leden terugtraden uit het gilde. Verder waren de gilden bang dat hun goederen in beslag zouden worden genomen, zoals in België was gebeurd. Daarom verkochten zij hun goederen of ze lieten ze op naam zetten van een van de gildebroeders. Het bezit van de gilden is toen praktisch verdwenen en nooit meer in gildehanden teruggekomen.

(c) 2011-2022 Gilde Sint Anthonius en Sint Barbara / Mari van Oorschot
Terug naar de inhoud